Bloemwijk van mijn dromen

Als volksvertegenwoordiger van een lokale partij ontvang je doorlopend berichten, vragen en suggesties van inwoners. Soms zitten daar echte parels tussen. Afgelopen week ontving ik een actueel stuk proza over de nostalgie van de Bloemwijk, geschreven door Peter van Loon. Dit in reactie op de inspanningen van de Onafhankelijke Partij Alkmaar voor het behoud van het historische karakter van Bloemwijk. Deze mooi geschreven tekst wil ik de lezers van Flessenpost niet onthouden.

Ik werd getriggerd door een stukje van Victor Kloos “Voorkom sloop” in het Alkmaars Nieuwsblad. Mijn hoofd zat ineens vol met een narratief uit mijn jeugd, gevuld met mijn eigen herinneringen en mythes, over de plek waar ik geboren ben “de Bloemwijk”. Het is gelegen aan het spoor, waar in vroegere winters wel eens een trein stopte zodat de plaatselijke conducteur kon uitstappen en over de bevroren Spoorsloot de kortste weg naar huis vond. “Mijn hemel, als ik zo doorga red ik het niet in 500 woorden”. Ik zal mij daarom beperken tot het Poortgebouw omdat ik de oproep van Victor van harte wil ondersteunen.

Het Poortgebouw deelde de wijk in tweeën; de wereld kan niet zonder angstbeelden, dat was toen ook al zo. In mijn kinderhoofd waren mythische verhalen ontstaan over mensen die aan de andere kant woonden. Je kwam er wel eens om naar de kapper te gaan maar helemaal senang voelde ik mij daar niet. Kapper van Roon had voor kinderen twee modellen. Voor jongens “het van Roone kapsel” opgeschoren en de pony schuin afgeknipt. De meisjes kregen het model bloempot.

Ik bezag het Poortgebouw dus vooral vanuit de Boomkampstraat. Met daarin de brommerzaak van Dirk Kossen en de manufacturenzaak van zijn vrouw en daar tegenover de zuivelwinkel van Piet van Diepen en zijn vrouw. “Pietje de melkboer” werd hij steevast genoemd door mijn moeder, Pietjes in verkorte versie. Je kon er altijd achterom nog een kratje bier halen, als het feestje nog niet was afgelopen. Hij tikte mijn broer eens op zijn vingers toen hij hem melkboer noemde. Waarschijnlijk wilde hij niet in het rijtje terechtkomen van de voddeboer, kolenboer of de schillenboer. Eerst kwam hij langs met een kleine melkkar voortgedreven door een solexmotor, later met de SRV-franchisewagen, “hier komt de man van de SRV van je hiep hiep hiep hoeree”. Helaas kon Piet niet ontsnappen aan de schaalvergroting.

Bij Kossen kon je benzine tanken uit een pomp die buiten naast de deur van de werkplaats stond, met een glazen reservoir die nu op marktplaats voor 3500 euro te koop staan. Dan moest je even wachten tot hij zijn handen vrij had, dat was niet erg want dan kon je verlekkerd kijken naar de brommers die in de werkplaats gemaakt werden. Volgens mij werkte er toen een jongen die zelf racete in de 50 cc klasse. Hij had zelf zijn brommertank gemaakt van polyester, dat vond ik toen erg cool. Ik herinner mij Boemwijk als volkswijk vol met winkels zoals die van Bakkertje Bos, waar je een zoute lap van 2 cent te lijf ging met een wasknijper zodat je geen zwarte vingers kreeg. De verheffing kreeg er een gezicht doormiddel van deze middenstand. Ik wil niet terug naar het verleden maar het zijn wel deze herinneringen en mythes, onttrokken aan dit soort gebouwen, die ons gevormd hebben.

Daar zouden we best wel wat zuiniger mee kunnen omspringen.

Peter van Loon

 

Houdt lokale politiek onafhankelijk

OPA staat voor de inbreng van burgers. Inwoners weten immers beter wat er speelt dan ambtenaren en bestuurders achter hun bureau. Volg de Onafhankelijke Partij op onze social media kanalen, schrijf u in op onze nieuwsbrief of neem direct contact op met onze raadsleden.