De fracties van de Onafhankelijke Partij Alkmaar, de Seniorenpartij Alkmaar en diverse andere fracties in de gemeenteraad van Alkmaar zijn onaangenaam verrast door de inhoud van het krantenartikel, gepubliceerd in het Noord-Hollands Dagblad van 5 maart 2021 met de kop “Einde voor camping Alkmaar?”. De ondernemers Teeling en Neut verwoorden daarin hun nogal nare ervaringen (over een periode van 1,5 jaar) met de gemeente Alkmaar over een duurzaam ontwikkelingsplan voor de camping Alkmaar. Het college van burgemeester en wethouders, bij monde van wethouder Dijkman, schijnen nogal sikkeneurig over dit ontwikkelingsplan te zijn, volgens het NHD. En dat is vreemd, want heel Alkmaar wil wel een camping, met fijne plekken voor bezoekers van onze stad. Sterker nog, bij een 100.000-plus gemeente hoort gewoon een mooie camping. Ook vreemd dat juist in deze tijd, waarin de vrijetijdseconomie het al heel moeilijk heeft de gemeente plannen van een campingondernemer gaat dwarsbomen. Dit terwijl de camping, met 15.000 overnachtingen per jaar, juist stevig bijdraagt aan de lokale economie.

De argumenten van het college: 53 mobiele sta-caravans erbij, duurzaam van karakter, zou te weinig onderscheidend zijn en alle 17 gemeenten vertegenwoordigd in het RAC (?) zouden, volgens de gemeente, tégen ontwikkeling van het plan zijn. Daar gaan de wenkbrauwen natuurlijk wel van omhoog: sinds wanneer is een camping geen plek voor mobiele sta- caravans? En sinds wanneer bepalen de de buren welke auto of welk meubilair je aanschaft? Oftewel sinds wanneer bepalen andere gemeenten of een camping kan blijven of niet?

Vanzelfsprekend gaan SPA en OPA artikel 42 vragen stellen. Het moet het college hierbij duidelijk zijn dat het voortbestaan van de camping Alkmaar (inmiddels zo’n 50 jaar oud) niet mag afhangen van het humeur van een wethouder of het oordeel van het RAC, maar van de Alkmaarse gemeenteraad.