Anjo ergert zich niet
Opeens pakt oud-wethouder een tegeltje. ’Buiten de lijntjes is er meer ruimte.’ Anjo van de Ven zet zich af tegen overheidsregeltjes
,,De échte leefwereld vind ik het leukste. Bij vergaderingen erger ik me niet hoor, maar misschien lijkt het zo. Ik heb wel eens teruggekeken en dan zie ik mijn lip bewegen. Dat heb ik van mijn vader, die deed dat altijd met z’n tong. Ik kan het niet afleren. Ik luister heel actief. Als er commotie is, wil ik iets zeggen, maar dan kan dat niet. Kortom: ik heb geen pokerface.’’
Zo reageert Anjo van de Ven (73) op de stelling: Tijdens openbare optredens lach ik en ben ik charmant. In vergaderingen kijk ik meestal geërgerd.
,,Als ik me wel écht erger, word ik juist stoïcijns. Dan moet ik me bedenken dat het aan de wethouder gericht is, niet aan de persoon. Dat vond ik in mijn eerste periode in wel lastiger. Toen heb ik een coach erbij gehaald: die adviseerde over hoe ik dingen niet persoonlijk hoef te laten worden.’’
Van de Ven is net wethouder-af van Alkmaar. Het is tijd voor pensioen met haar - binnenkort - zes kleinkinderen. Jarenlang was ze een van de gezichten van de Alkmaarse politiek namens OPA.
Ze ergert zich niet zo snel, zegt ze. Maar ze blijkt een enorme afkeer te hebben van wat zij de ’systemen’ noemt binnen de overheid. Het geheel aan regels en procedures die echte oplossingen vertragen of in de weg staan.
Spelregels
Anjo van de Ven heeft geen zin een rechttoe rechtaan afscheidsinterview. Dan maar mens-erger-je-nieten, met een aantal stellingen en een paar citaten. Van de Ven en de verslaggever dobbelden om en om. Bij ieder vakje hoorde een stelling. Een deel van de stellingen was van de redactie, een deel van Van de Ven zelf.
Citaat. Van de Ven zei ooit: ’In wezen zijn alle ingewikkelde dingen eenvoudig’
,,Het citaat is van Churchill hè, niet van mij. De mens heeft de neiging om dingen complexer te maken dan ze zijn. Als iets niet past, bedenken we systemen om ons achter te verschuilen.’’
,,Een voorbeeld is het dossier Erfpacht. Dat lijkt ingewikkeld. Maar als je erover nadenkt, is het vrij simpel: jij hebt een huis op mijn grond. Het is logisch dat je daar dan een vergoeding voor betaalt. De kwestie is vervolgens: wat is een redelijke vergoeding? Dan wordt het moeilijker en dan gaan we ons achter rekenkundige en juridische systemen verschuilen. Of wordt gedacht: dit valt niet onder mijn verantwoordelijkheid, het probleem is voor de ander. En zo schuiven afdelingen en ook bestuurders een probleem door, totdat iemand erboven gaat staan, want het moet uiteindelijk wel opgelost worden. Dat kunnen systemen niet, daar is een bestuurlijke afweging voor nodig’’
Van de Ven staat opeens op. En pakt een tegeltje uit de kast: ’buiten de lijntjes is er meer ruimte.’
Van Erfpacht en Lucebert heb ik wel wakker gelegen. En vroeger ook wel over andere dossiers. Zaken die op dat moment onoplosbaar leken.
Je omschrijft dat proces als een soort inherente neiging? Hoe verklaar je dat?
,,Een angst voor risico’s. Bang voor verantwoordelijkheden. De neiging om je te willen indekken. Dat je nergens de schuld van krijgt. We zijn processen belangrijker gaan vinden dan het resultaat, met als gevolg dat bijna niemand verantwoordelijkheid durft te nemen.’’
Heb je je daar zelf schuldig aan gemaakt?
,,Ik ga niet onbesuisd te werk, maar ik accepteer wel de risico’s. Ik ben niet bang voor verantwoordelijkheid of commentaar.’’
Stelling: Het Alkmaarse referendum over vuurwerk was voor de bühne.
,,Jammer als dit zo ervaren wordt. Het was juist succesvol. Er was een duidelijke uitslag.’’
Voor de bühne, want - zoals Forum voor Democratie ook eerder zei - het was één keer en voorlopig niet meer.
,,In het coalitieakkoord is afgesproken dat het voor één keer is. Persoonlijk vind ik het juist een goed instrument. Je kunt als politiek in de loopgraven blijven vechten of een kleurloos compromis kiezen. Hoe mooi is het dan om de inwoner te vragen om een uitspraak?’’
Bij het systemenverhaal net had je het over het mijden van verantwoordelijkheid. Verschuil je je als politiek niet juist met zo’n een referendum?
,,Het toont juist moed om de inwoner te betrekken. Nederlanders zijn allergisch voor wat er van bovenaf wordt opgelegd. Met een referendum wordt het een afspraak. Dat werkt beter, want dan heb je allebei verantwoordelijkheid.’’
Stelling: Veel burgers vertrouwen de overheid niet, omdat zij slachtoffer zijn geworden van ’systeemmishandeling’. Maar de overheid vertrouwt de burger evenmin en probeert die burger voortdurend te beteugelen met regels en systemen.
,,Mijn stelling, ja. De overheid heeft niet altijd vertrouwen in de burger. Neem het dossier snippergroen. Stukjes grond met gras, waarvan niemand wist dat ze van de gemeente waren, werden met de beste bedoelingen gemaaid. Dan komt de gemeente opeens vertellen: je bent illegaal bezig. Hier zie je echt het probleem van de systemen. Je gaat niet even met een brommertje langs, om eens te kijken hoe het echt zit, maar kijkt naar de regels, naar kadasters, naar papier. Je staat als wethouder meteen 3-0 achter. Maar ook hier zijn gewoon afspraken over te maken.”
Ben je als wethouder niet juist het gezicht van die systemen?
,,Zo zie ik dat niet. Als wethouder wil je iets, heb je een bedoeling. Als wethouder grijp je juist in, je zoekt een oplossing met elkaar.’’
Hebben die systemen niet juist een beschermende functie: tegen de willekeurige wil van een wethouder? Die kan ook zomaar een rare wil hebben.
,,Daar zijn collega’s voor, die kunnen corrigeren.’’
Dus: alle systemen weg?
,,Dat heb ik niet gezegd. Het is een middel, maar die mogen niet alles bepalen. De mens is de maat der dingen. Het gaat om afwegen, niet om afvinken.”
Stelling: een wethouder krijgt weinig waardering voor het harde werken.
,,Vind ik niet. Er zijn twee werkelijkheden: in de politieke bubbel is het soms hard, maar je moet ook tegen een stootje kunnen. Daarbuiten is het anders. Als je iets oplost, wordt het echt gewaardeerd. Bovendien krijg je een riant salaris.’’
Ik heb wethouders wel eens horen klagen: ’zware baan, je werkt 70 tot 80 uur in de week.’
,,Je bent er wel 24 uur per dag mee bezig, behalve als je slaapt... Ik ben zo opgevoed: je moet hard werken en niet zo zeuren, je kiest er ook voor. Die 70 uur haalde ik wel. Maar als ik met de kleinkinderen was, was de tijd echt voor hen. Dat werkt heel relativerend.’’
Stelling: Als ik van één besluit spijt heb, dan is het van …?
,,Van een eigen besluit? Dat kan ik me niet herinneren. Als ik hem breder trek: dan konden sommige zaken wel sneller gaan. Ruimtelijkerdeningsdossiers gaan heel erg langzaam. De cultuurvisie moest nu in drie stappen: eerst kaders, toen een visie en daarna een agenda en uitvoeringsplan. Dat had ik liever in één keer gedaan. Maar echt spijt? Ik heb nooit na een besluit wakker gelegen.’’
Heb je wel wakker gelegen in de aanloop naar een besluit?
,,Van erfpacht en Lucebert (er was een lange discussie over de spreuk op het gemeentekantoor, red.) heb ik wel wakker gelegen. En vroeger ook wel over andere dossiers. Zaken die op dat moment onoplosbaar leken. Dan lig ik te malen: Dan speel ik dingen twintig keer af in mijn hoofd. Vroeger stond ik ’s nachts zelfs wel eens op: ’Hee! Dit is een goed idee.’ ’s Ochtends las ik het idee terug en dacht: waar gaat dit over?!’’
Citaat: ’Elke ambitie is grondgebonden’
,,We hebben een enorme bouwambitie. Dat begon onder mijn hoede in 2017 met de Kanaaloevervisie voor 10.000 woningen. Dat werd later 15.000. Een grote ambitie, maar er zijn niet genoeg vierkante meters. Ik vind dat je een woontoren plat moet kunnen leggen, dat er genoeg ruimte tussen de torens zit. Als je alle vierkante meters vol bouwt, heb je woningen, maar los je niet de leefcrisis op. Mensen willen naar buiten, iets te doen hebben, groen, spelen, lucht en ruimte. Hoe kleiner je woning, hoe meer behoefte aan leefruimte daaromheen.”
Wat is erger? Dat het buiten niet zo leuk is of dat je geen huis hebt?
,,Ja, dakloos zijn is de ergste vorm. Maar dat je nog geen nieuw huis krijgt, terwijl je ergens woont, is een ander verhaal. Vroeger woonde ik in een kippenhok. Daarna verhuisde ik naar een huis waar ook mijn oom, tante en een kostganger woonden. Nu is alles moeilijk, nu kun je niet zomaar samenwonen, een kamer verhuren, als groep een huis kopen. Dan kom je weer bij de systemen uit.’’
Stel: je bent 35, je woont nog bij je ouders. Dan ben je allang blij dat je érgens terechtkunt.
,,Als iemand van 35 nog bij zijn ouders woont, kun je je afvragen of daar ook een andere reden voor is. Is er iets anders niet goed gegaan? En is die echt gelukkiger als hij naar een klein flatje verhuist waar niets te doen is?’’
Stelling: Yxie (een plan ruim veertien jaar geleden voor een groot cultuurpaleis in het teken van Lucebert), met de kennis van achteraf, is een gemiste kans. In plaats van pleisteren en het uitbreiden van de huidige cultuurinstanties had Alkmaar al lang een groot cultuurgebouw kunnen hebben. Daarmee was Alkmaar de problemen voor geweest.
,,Nee. Het ging om een elitair cultuurgebouw. Het vroeg 1 miljoen euro subsidie per jaar. En dan hadden we waarschijnlijk geen poppodium gehad en een succesvol filmhuis. En er was de afgelopen tijd al zoveel discussie over een spreuk van Lucebert. Wat dacht je van een gebouw van Lucebert? We waren de problemen niet voor geweest, die problemen waren juist groter geweest.’’
Stelling: ik heb veel vijanden gemaakt.
,,Nee. Ik ben niet rancuneus. Ik heb tegenstanders gekend. Echte vijanden? Tijdelijk. Blijvende niet. Het verschil? Tegenstanders gaan over de inhoud. Een vijand is persoonlijk. Ik ben verder nooit bedreigd. Ik heb wel eens boze mails gehad of boze twitterberichten gezien. Dan schreef ik wel eens een reactie, maar sliep ik eerst een nachtje voordat ik echt reageerde. Soms reageerde ik dan alsnog.’’
De erfpachters?
,,Dat zijn geen vijanden. Maar mensen die opkomen voor hun eigen belangen. Die maken onderscheid tussen de persoon en de wethouder. Er waren ook veel mensen opgelucht met het besluit.’’
Als je alle vierkante meters vol bouwt, heb je woningen, maar los je niet de leefcrisis op. Mensen willen naar buiten, iets te doen hebben, groen, spelen, lucht en ruimte.
Stelling: Alkmaar doet veel te weinig voor asielzoekers.
,,Alkmaar doet voldoende. We hebben een unieke oplossing voor asielzoekers, statushouders en spoedzoekers. Door voor alle groepen iets te doen, vergroot je het draagvlak.’’
Draagvlak of niet, 150 asielzoekers opvangen is toch een schijntje?
,,Dat is een aanname. En als dat zo is, ben ik van mening dat je het beter klein en goed kunt doen. In plaats van te ruziën over meer en het eigen morele gelijk, terwijl het resultaat nul is. Dan is 150 toch een behoorlijke stap vooruit. Als ik tien kinderen adopteer, doe ik ze tekort. Ik kan er beter twee adopteren, dan kan ik echt iets voor ze betekenen.’’
Stelling: de Alkmaarse politiek is een mannenbolwerk.
,,In principe wel. In de raad valt het mee, daar zit wel een aantal goedgebekte vrouwen. Het college is dat wel. Soms is dat leuk, er is een grappige dynamiek onderling. Maar soms is er ook wel echt mansplaining. Dan begint er een aan een monoloog zonder dat-ie weet waar hij heen moet. Ja, mannen praten echt meer en langer dan de vrouwen. Ik heb moeten leren te onderbreken. In dat soort situaties had ik wel een soort verstandhouding met burgemeester Anja Schouten. Aan een blik hadden we genoeg: daar gaat er weer één. Ik stond er denk ik ook anders in dan de anderen. Voor de meeste mannen is het dé baan, of een opstapje naar de volgende baan. Voor mij was het een nevenactiviteit.’’
Is het erg dat het een mannenbolwerk is?
,,Dat is het niet. Het is een gegeven. Als je je gaat ergeren, ben je als vrouw in een positie beland waar je uit wilt. Dat moet je wel zelf doen: nadenken over je eigen gedrag en dat veranderen. Ook als vrouw ben je verantwoordelijk voor je eigen rol en positie. Andersom denk ik dat een college met één man en vijf vrouwen ook lastig kan zijn.’’
Maar dat zie je nooit.
,,Dat klopt.’’
Stelling: raadsleden en wethouders zouden maximaal acht jaar die functie moeten bekleden.
,,Waarom?’’
Moet niet iedereen de kans krijgen in een democratie?
,,Haha, dat is ook wel een systeemgedachte… Als je voortdurend wisselt, gaat het collectief geheugen verloren. Dan begin je steeds opnieuw. Het heeft ook even tijd nodig. Het duurt wel drie of vier jaar voordat je je pad vindt in de raad. Bij sommige partijen moet je na drie termijnen weg, maar dan zijn er vaak uitzonderingen. Dan heb je weer zo’n uitzonderingsmachine lopen. Laat het zichzelf reguleren. Laat het vrij.’’
Tekst: Dominic Schijven. Noordhollands Dagblad